1929, Berlijn.
Afl.10: 1929, Berlijn. Als Franz Biberkopf, de hoofdpersoon in het boek Berlin Alexanderplatz, na zijn ontslag uit de Tegel-gevangenis in Berlijn, waar hij vast zat wegens moord op zijn vriendin Ida, op straat staat, raakt hij in paniek. Het nieuwe Berlijn grijpt hem naar de keel en het liefst zou hij weer terug gaan naar de vertrouwde wereld in het gevang. Het Berlijn van 1929 dat hij aantreft is een stad op drift. Decadent, frivool en losbandig. Veel nachtclubs en revues. Isherwood kon er zijn lusten botvieren op jonge jongens, en schreef het boek Goodbye to Berlin (later verfilmd als Cabaret). Alfred Doblin kwam met het eerder genoemde, expressionistische Berlin Alexanderplatz, met hoeren, misdadigers en alcoholisten. De stad was het culturele centrum van Europa en veel kunstenaars uit de hele wereld vonden er hun heenkomen. Ondertussen resoneerde vanuit de ondergrond de dreigende geluiden van een van de grootste rampen die een Europees land over zichzelf leek af te roepen. De stad danste op de vulkaan. Hitler en de zijnen liepen al warm voor hun opkomst vier jaar later. Nu, opgekrabbeld uit de Tweede Wereldoorlog en inmiddels al weer een kleine 20 jaar verlost van de muur, heeft de stad zijn oude functie als Europees cultureel centrum hervonden.
Bron: VPRO