Taal bepaalt
Het gebruik van taal is net zo vanzelfsprekend als het ademen van lucht. Kinderen leren het met het grootste gemak en ons denken wordt bijna volledig beheerst door taal. Wetenschappers staan echter nog steeds voor een raadsel. Hoe kan zoiets ingewikkelds als taal met al haar grammatica, klanken, betekenissen zo gemakkelijk door ons opgepikt worden? De Italiaanse filmregisseur Fellini zei ooit 'Ogni lingua vede il mondo in modo diverso' (Iedere taal ziet de wereld op een andere manier). Hij had gelijk. Hoe je naar de wereld kijkt, wordt niet alleen bepaald door je cultuur, maar ook door je taal. In het Siwu bijvoorbeeld wordt geen taalkundig onderscheid gemaakt tussen de kleuren geel, rood en groen. Maar hetzelfde Siwu taal heeft wel vijftien verschillende woorden voor hoe iets aan je vingertoppen aanvoelt. Zien en voelen zij andere dingen dan wij? Ons denken en onze waarneming wordt letterlijk beïnvloed door de taal. Dit tonen onderzoekers van het Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek aan. En er zijn heel veel verschillende manieren om naar die wereld te kijken. Aanvankelijk werd gedacht dat alle talen opgebouwd zijn uit dezelfde bouwblokken. Tegenwoordig weten we wel beter. Hoewel we maar 7% van alle bestaande talen in kaart gebracht hebben, weten we dat het onderscheid tussen die talen enorm is. Hoe meer talen de onderzoekers ontdekken, hoe meer verschillen ze zien. Sommige talen maken bijvoorbeeld geen gebruik van vaste woordvolgorde, iets wat we in het Nederlands wel doen. Elke zin is dan totaal anders opgebouwd met de woorden door elkaar heen gehusseld. Mensen die de taal Bininj Gun-Wok spreken, hebben maar één woord, 'abanyawoihwarrgahmarneganjginjeng', nodig om te zeggen: 'Ik heb alwéér het vlees voor hen te lang laten bakken.' En als iemand in de taal Mundari naar een persoon wijst en 'ribai-tibai' zegt, weet je dat diegene het heeft over: 'het geluid, aanzicht of de beweging van de billen van een dikke persoon die tegen elkaar aan botsen als hij loopt.' Onze waarneming wordt geleid door je taal, zo blijkt. Denk maar aan de taal van wijnproevers: als je niet eerst over hun vakjargon beschikt, kun je nooit echt het verschil proeven tussen Franse, Italiaanse of Chileense wijn. Toch moet de mens over eenzelfde taalsysteem beschikken. Wat is dit schijnbaar flexibele systeem? En hebben we het al vanaf de geboorte of vormt het zich door opvoeding? Het zoeken naar talen in alle uithoeken van de wereld kan ons helpen met onze communicatie in de toekomst. Hoe ga je efficiënt nieuwe texturen benoemen die ervaren kunnen gaan worden in een nieuw touch screen systeem waarmee je echt verschillende objecten op een scherm kunt voelen? Laat je inspireren door eeuwenoude taalkennis van andere volkeren!
Bron: NTR