Op safari in eigen land. In de Amsterdamse waterleidingduinen, op de Veluwe en rond de Oostvaardersplassen. Op zoek naar (groot) wild. En naar het antwoord op de vraag waarom wij Nederlanders zo'n moeizame relatie met onze natuur onderhouden. Meer dan twee miljoen mensen volgden dit voorjaar in vertedering een vossenfamilie via een webcam van Staatsbosbeheer, maar zodra zo'n beest in de eigen achtertuin opduikt, moet het - Pang! - bestreden worden. Epe op de Veluwe is in rep en roer over de wilde zwijnen die met tientallen door de straten banjeren, tuinen leegvreten en gemeentelijke plantsoenen omploegen. Dat is niet zo verwonderlijk. In de afgelopen jaren voerden kampeerders en dagjesmensen de varkens ladingen koekjes en brood. Zo komen de zwijnen binnen de bebouwde kom makkelijker aan de kost dan in het bos waar ze moeten zoeken naar eikels en beukennootjes. Tegen dat voederen is nooit opgetreden in het toerisme-afhankelijke Epe. Intussen zag de gemeente zich genoodzaakt om twee boswachters aan te stellen die nu met kogelgeweren door het dorp sluipen om de naar schatting vijftig verstedelijkte varkens richting eeuwige jachtvelden te dirigeren. Ook in het lommerrijke Aerdenhout worden de wapens uit het vet gehaald. Het is mooi wonen daar op de grens met de Amsterdamse waterleidingduinen. Maar de naar schatting ruim 1500 damherten in het duingebied trekken zich weinig aan van die grens en verleggen hun graasgebied regelmatig naar de fraaie tuinen van de villabewoners. Bijna geen struik overleeft een bezoek van zo'n roedel hongerige herten. Zelfs de tulpenbollen worden opgegraven. De gemeente Amsterdam, eigenaar van de waterleidingduinen, verbiedt tot nu toe het afschot van damherten, maar de druk om een einde te maken aan de 'linkse natuurhobby van die grachtengordelbewoners' neemt toe, zeker nu er ook steeds meer aanrijdingen plaatsvinden met herten die plotseling de weg oversteken.
Bron: KRO