Documentaire van Pawel Lozinski. Op de dagafdeling chemotherapie van een ziekenhuis in Warschau treffen mensen elkaar die niets anders gemeen hebben dan hun ziekte. Oud, jong, rijk, arm - voor de paar uur die hun behandeling duurt zijn ze tot elkaar veroordeeld. Pawel Lozinski laat ons gedurende één dag deel uitmaken van het leven van deze lotgenoten. Eigenlijk is het niet veel meer dan een grote slaapkamer in een wijk van Warschau. Patiënten liggen er in bedden die bijna tegen elkaar aan staan. Voor de verpleegsters, die met enige regelmaat infusen afkoppelen of vernieuwen, is nauwelijks ruimte. Dat zorgt voor weinig privacy, maar niemand lijkt zich daaraan te storen. Er wordt gelachen en gehuild. Maar vooral wordt er gepraat. Over pruiken, hoofddoekjes, over wat je bespaart aan scheer- en kapperskosten, misselijkheid, kinderen, pijn. Over lekker eten en andere dingen waardoor je je beter voelt. Men spreekt elkaar moed in, vaak door middel van een grap. Men moet welhaast gezond zijn om deze behandelingen te kunnen overleven. De jonge Kasia laat een foto zien van haar vijf maanden oude zoontje. Ze is opvallend vrolijk en twijfelt niet over de goede afloop van de therapie. Ook Ksiazek Krzysztof is optimistisch. Hij heeft echter andere problemen aan zijn hoofd. Na negen maanden ondergaat hij nu zijn laatste behandeling en binnenkort kan hij weer naar school. Hij maakt zich zorgen over de reacties van zijn klasgenoten. Blijkbaar is kanker voor veel mensen nog steeds een taboe. Dat geldt niet voor de patiënten en hun begeleiders. Zij spreken zeer open over de ziekte en de perspectieven. Soms stemmen de gesprekken droevig, dan weer vrolijk en hoopvol. 'Een waarzegster vertelde me ooit dat ik drie echtgenoten zou hebben. Tot nu toe had ik er twee. Dat betekent dat ik zal blijven leven.'.
Bron: VPRO