Jeanne Diele-Staal
Jeanne is pas zes jaar als de Tweede Wereldoorlog is afgelopen, maar voor haar begint dan eigenlijk de oorlog. Ze wordt gepest, uitgescholden en ook op het schoolplein is ze altijd alleen. En dat allemaal omdat haar ouders, en in het bijzonder haar vader, zich bij de NSB hadden aangesloten. Haar vader wordt na de bevrijding opgepakt en in de gevangenis gezet, maar Jeanne voelt zich langzaam maar zeker eenzaam en schuldig. Ze krijgt later vreselijke psychoses en in haar strijd ergens bij te horen verliest Jeanne soms de realiteit uit het oog. Door alle ellende heen zeult ze de zware last van afwijzing met zich mee. Te midden van alle strijd en ellende komt Jeanne in aanraking met het christelijke geloof, notabene door haar vader, maar ze heeft het erg moeilijk met God en de boodschap van liefde. Ze laat het geloof enige tijd los totdat vrienden haar aanraden om toch weer eens in de Bijbel te gaan lezen. En dan leest ze op een dag dat God Jeanne nooit heeft afgewezen en dat besef heeft grote gevolgen.
Bron: EO