Na de schipbreuk
Vijf jaar geleden overleefden zij ternauwernood een schipbreuk in Indonesië. Veertig uur lang liggen Jan en Alie van Ommen in een woeste zee, vastgeklampt aan een reddingssloepje. Veertig uur lang kijken ze de dood in de ogen. Zo schommelen ze tussen leven en dood, als onder een prachtige sterrenhemel op de tweede nacht in het water, hun 37e trouwdag wordt ingeluid. Zou het hun laatste zijn? Ze denken aan hun kinderen, aan de kleinkinderen die ze nog niet hebben en misschien nooit zullen kennen. Het einde lijkt onvermijdelijk, maar tegen alle verwachtingen in worden ze gered. Ze vertellen hoe deze ingrijpende ervaring hun leven voorgoed heeft veranderd. Ze kijken terug op de angstigste dagen van hun leven, waarin ze losraken van de wereld, los van de tijd. 'Ik ben vergeten wie ik ben', schrijft Jan in zijn boek 'Zeetijd', dat onlangs werd gepubliceerd: 'De uren verstreken, zonder dat de tijd vooruitkwam (...) Binnenin mij groeide de leegte, tot zij groter was dan ikzelf, door mijn huid heen naar buiten, een allesverslindende zekerheid dat wij daar van de wereld zouden verdwijnen, ik, mijn lief en de anderen.' En als alles verloren lijkt komt er spontaan een gebed in hem op: 'God, haal ons hieruit, als je bestaat. Als we hieruit komen, besta je. Zorg dat je bestaat.'
Bron: KRO