Oude Haven
Waldemar leert Rotterdam in en om de Oude Haven kennen. Hier komen verleden en heden samen: hier is de stad ontstaan en hier is de stad verwoest. Het verhaal van de Tweede Wereldoorlog hoort hij van een vrouw die als jong meisje het bombardement van nabij heeft meegemaakt: in de schuilkelder zongen Duitse soldaten liedjes met haar om de herrie niet te hoeven horen. Aan de Oude Haven is het Witte Huis overeind gebleven. Dat die eerste wolkenkrabber van Europa tijdens de Eerste Wereldoorlog een centrum van spionage en contraspionage van Duitsers en Engelsen was, wist Waldemar niet. Van Kaat Mossel had hij wel gehoord, maar waarom zij zo'n echte heldin van Rotterdam was, wordt hem in geuren en kleuren verteld door een nazaat van Kaat. En ook al is het Rotterdamse motto 'Geen woorden maar daden', verhalen vertellen over hun stad kunnen ze.
Bron: NTR