De maand van de minister van Gehandicaptenzaken
Sinds Rick op 17 juni tijdens de KRO-NCRV tv-show is verkozen tot de eerste minister van Gehandicaptenzaken, is zijn leven ingrijpend veranderd. Hij verschijnt bij De Wereld Draait Door en schrijft zijn eigen Troonrede. Maar wie is hij eigenlijk? Kruispunt spreekt zijn ouders en zus, zijn schooljuf, kroegmaatje Edwin Evers en collega-minister Hugo de Jonge. Een persoonlijk inkijkje in het leven van de gedreven politicus Rick Brink. De 33-jarig Rick zit zelf in een rolstoel en heeft een brozebottenaandoening, maar dat beperkt hem niet. 'Ik vind alles leuk, en dat is ook mijn nadeel. Maar aan de andere kant, ik ben maar één jaar minister, dus ik wil er alles uithalen!' Die gedrevenheid herkent zijn vader wel. 'Rick is eigenwijs, nuchter en altijd zichzelf, dat is zijn kracht.' De ouders van Rick kozen er bewust voor om Rick op een gewone basisschool te plaatsen, dat maakte hem weerbaarder. Juf Marieke kan zich hem nog goed herinneren. 'Zijn vader zei tegen mij: Er mankeert iets aan zijn benen, maar niets aan zijn hoofd. En als hij stout is, gebruik dan de rode knop op zijn elektrische stoel. Dan kan hij geen kant op.' Rick heeft een aantal speerpunten waar hij zich op wil richten. Daarvoor eist hij 15 miljoen euro van het kabinet. Zo wil hij veel meer speeltuinen geschikt maken voor mensen met een beperking. Ook maakt hij zich hard voor toegankelijke werkplekken. 'Ik heb zelf veertien jaar met heel veel plezier als projectmanager gewerkt. Die baan heeft veel gedaan voor mijn eigenwaarde en mij de gelegenheid gegeven mijn talenten te ontwikkelen. Dat gun ik iedereen.' Rick heeft nooit het gevoel gehad dat hij heel anders was, ondanks alle operaties en ook moeilijke periodes. 'Vooral in de pubertijd vond ik het lastig dat ik niet alles kon. Je gaat naar meisjes kijken en een biertje drinken en je kunt niet altijd door tot ver in de nacht. Mijn ouders hielpen me omgaan met deze lastige momenten en zochten naar goede oplossingen. Daardoor ging ik me heel erg richten op wat ik wel kan.'
Bron: KRO