Annemarie Verdoes
Als ze in de verte kerkklokken hoort luiden, moet Annemarie vaak terugdenken aan haar jeugd en dat zijn meestal geen mooie gedachten. Ze denkt dan aan al die dominees die hel en verdoemenis preekten en dat je eerder in de hel zou komen dan in de hemel. Ook waren er thuis soms ernstige spanningen en het feit dat ze stevig gebouwd was en daarom vaak werd gepest, deden haar geen goed. Al met al denkt Annemarie als klein meisje heel vaak: 'Was ik maar nooit geboren' en dat maakt haar tot een schuchter meisje. Als ze wat ouder wordt, hunkert ze zo naar liefde en genegenheid dat ze een makkelijke prooi wordt voor mannen met verkeerde bedoelingen. Alles lijkt anders te worden als Annemarie haar latere man Ton ontmoet. Ze trouwen en voor een kort moment breekt de zon door. Maar helaas neemt Annemarie haar innerlijke problemen mee het huwelijk in. Haar man Ton is soms ten einde raad, want ze krijgt de ene psychose na de andere, slikt veel te veel medicijnen en uiteindelijk valt de diagnose borderline. Maar dan, als alles in Annemarie pikzwart is en ze niet verder meer wil leven, vraagt een vriendin of ze eens mee wil gaan naar een genezingsdienst. Na lang aarzelen en met een hart vol twijfel gaat ze toch en temidden van misschien wel duizend mensen wordt ze opgemerkt door de predikant. Wat er dan gebeurt, vertelt Annemarie aan Mirjam Bouwman tijdens een ontroerend mooi gesprek.
Bron: EO