Bram Tankink
Bram Tankink blonk tijdens zijn loopbaan als profwielrenner vooral uit als knecht. Hij legt uit hoe dat zit. Tankink kreeg een katholieke opvoeding, maar stopte als puber met geloven. Hij kon de dingen die de pastoor tijdens de mis zei - zoals 'de Heer heeft met alles een doel' - niet rijmen met de situatie thuis. Daar zorgde zijn moeder bijna 24 uur per dag voor zijn zwaar spastische zusje. Om het gezin te ontvluchten ging Tankink fietsen. Steeds verder, steeds harder. Hij genoot van de belangstelling die het wielrennen hem opleverden. 'Nu kon ik laten zien dat ik er was. Want thuis kreeg ik weinig aandacht.' Die behoefte om gezien te worden, bleek diep te zitten. Dat werd duidelijk toen een therapeut de vraag stelde: 'Mocht je er zijn als kind, Bram?' Hoewel het lastig voor hem blijft, kan hij eindelijk zeggen: 'Ik geloof nu wel dat ik er mag zijn.'
Bron: EO