De diepzee
De diepzee is een rijk dat uit een sciencefictionfilm lijkt te komen. Buitenaardse werelden, vreemde wezens en nog nooit eerder vertoond gedrag. We zien hordes wilde humboldtinktvissen jagen op lantaarnvissen in de diepzee en koraaltuinen bloeien in absolute duisternis. In de diepzee leven meer koraalsoorten dan in de ondiepe, tropische riffen. In de kale wildernis van een diepe kloof zet een walvissenkarkas de boel op stelten. Haaien die net zo groot zijn als een witte haai vechten voor wat weleens hun eerste maaltijd van het jaar zou kunnen zijn. Voedsel is hier schaars en een partner vinden is bijna onmogelijk, maar de dieren passen zich op bijzondere manieren aan. Er zijn vissen die lopen in plaats van zwemmen, wormen die alleen maar botten eten en garnalen die bijna hun hele leven met hun partner opgesloten zitten in een kristallijne spons. Hoe dieper je komt, hoe extremer de omstandigheden worden. Alleen het gewicht van het water zorgt al voor een bijna onverdraaglijke druk. Maar zelfs op acht kilometer diepte, een diepte waarvan lang gedacht werd dat er geen leven mogelijk was, zien we vreemde wezens in de duisternis zwemmen. Hiervandaan reizen we naar het diepste punt op aarde, de Marianentrog. Deze elf kilometer diepe kloof splijt de zeebodem in tweeën. Slechts drie mensen zijn er ooit geweest en toch is er ook in zulke diepe oceaantroggen leven te vinden. Het kan er heftig aan toegaan in de diepzee. Tektonische platen breken of komen met een enorme klap tegen elkaar aan. Op zulke vulkanische hotspots ontstaan bijzondere microwerelden vol leven die verstoken zijn van de energie van de zon. Behaarde krabben voeden zich met wolken waterstofsulfide die voor andere dieren giftig zijn. Garnalen zwemmen langs wolken vulkanische chemicaliën die zo heet zijn dat lood erdoor kan smelten.
Bron: EO