Jan de Cock
Jan de Cock (1964) leidt een bijzonder leven. Hij is geestelijk verzorger in een ziekenhuis in Antwerpen, bezoekt gevangenen over de hele wereld en vangt vluchtelingen op in zijn eigen huis. Toch blijft hij er stralend onder. De Cock groeide op in een rooms-katholiek gezin met vier zussen. Zijn ouders hadden een boek- en papierwinkel. De deur stond altijd open. Het sociale engagement is hem, maar ook zijn zussen, met de paplepel ingegoten. Het priesterschap ging aan hem voorbij omdat hij dat niet kon verenigen met zijn homoseksualiteit. Pas toen hij 34 jaar was beleefde hij zijn coming-out. Jan de Cock heeft van zijn reizen naar gevangenissen geleerd dat een mens altijd meer is dan het goede en het slechte dat hij of zij doet. Cynisme is hem totaal vreemd. Natuurlijk ziet hij wat er gebeurt in de wereld, hij is niet wereldvreemd. Maar hij wil niet de rekening van een ander opmaken, hij kijkt liever hoe hij het zélf anders kan doen. De mensen die hij in zijn leven ontmoet, of het nou gevangenen zijn, stervenden of vluchtelingen, verrijken zijn leven.
Bron: NCRV