Op de bodem van de Zuiderzee
Het is nog maar honderd jaar geleden dat het IJsselmeer de Zuiderzee was. Vissersboten kwamen af en aan, dorpen langs de randen van de zee leefden van de vangst en de handel. De beslissing om de Zuiderzee af te sluiten voor veiligheid en landbouwgrond maakte een einde aan een uitgestrekt natuurgebied, vergelijkbaar met de Waddenzee. Ook was de Zuiderzee gevaarlijk en verloor men eeuwenlang land aan de golven. Voor de kust liggen nog altijd de verdronken dijken en dorpen van toen en op het nieuwe boerenland worden nog regelmatig oude scheepswrakken gevonden. De nieuwe polders, de Wieringermeer, Noordoostpolder en Oostelijk en Zuidelijk Flevoland bestaan nog geen negentig jaar en toch vindt de natuur weer langzaam haar weg terug. Zo zijn er mogelijk sporen van middeleeuwse karpers te vinden in de Oostvaardersplassen en nemen wilde planten het langzaam over in het voormalige laboratorium van de Nederlandse waterbouw: het Waterloopbos in de Noordoostpolder.
Bron: EO