De laatste gang
Tot lang na de Tweede Wereldoorlog houdt Nederland vast aan de door de kerk voorgeschreven rituelen en regels, ook al doen die soms pijn. Zo worden bij de katholieken kindjes die tijdens of vlak na de geboorte sterven weggestopt in anonieme grafjes aan de rand van het kerkhof. Maar met de ontkerkelijking verdwijnt de eenvormigheid van rouwen en begraven. Er komt meer aandacht voor rouw en rouwverwerking. En de kindjes die ooit in ongewijde aarde werden begraven krijgen de afgelopen jaren steeds vaker een naam en een grafsteentje, een bewijs dat ze hebben geleefd en dat er om hen is gerouwd. In de jaren 70 doen, met de komst van Surinamers en arbeidsmigranten uit Marokko en Turkije, ook rouw- en uitvaartradities van andere culturen hun intrede. Islamitische bewassingen, Creoolse uitvaarten waarbij dragers dansend met de kist op de schouders naar het graf gaan, het was toen in Nederland ongekend. Djena Roehoeputy geeft workshops lijkbewassing aan islamitische vrouwen: 'De levenden proberen een bijdrage te leveren aan de overgang naar het hiernamaals'. Een keerpunt in de geschiedenis van persoonlijke rouw- en uitvaartrituelen is de uitbundige begrafenis van Manfred Langer, eigenaar van de roemruchte discotheek de IT in Amsterdam. Voor het eerst zag Nederland een laatste afscheid in de vorm van een feest. De lijkauto, een knalroze limousine , rijdt door bomvolle straten. Mensen zijn gekleed in bonte kleuren, er is drank op de begraafplaats. Zijn beste vriendin Imca Marina: 'Manfreds begrafenis gaf aan dat Nederland aan verandering toe was. Hij heeft dat heel goed gedaan en daar was moed voor nodig, want er kwam ook veel kritiek op. Maar hij heeft iets opengebroken dat niet meer kon worden teruggedraaid. Vóór zijn begrafenis was het ongebruikelijk om een persoonlijke uitvaart te houden, nu zie je niet anders.' Ook de opkomst van het cremeren (in Nederland pas sinds 1955 wettelijk toegestaan) brengt vele nieuwe rituelen met zich mee.
Bron: kroncrv