Emiel Driftenaar
Huiverend van emotie kijkt de nu 41-jarige Emiel Driftenaar terug op het eerste deel van zijn leven. Zijn eerste herinneringen zijn die van een boos kind. Boos om de ruzies in huis en omdat zijn moeder hem niet de aandacht geeft die hij nodig heeft. Daarbij werd Emiel ook nog eens geboren met een zeer driftig karakter. Hij is snel boos en wordt dan gewelddadig. In de loop der jaren wordt zijn agressie zo erg dat zijn ouders hem niet meer aankunnen en Emiel laten opnemen in een jeugdinstelling. Maar daar glijdt Emiel alleen maar dieper de afgrond in en uiteindelijk vindt hij aansluiting bij de Nederlandse afdeling van de neonazi's. Daar kan hij zijn agressie en boosheid kwijt. Ondertussen is hij al stevig aan de drugs en lest zijn dagelijkse dorst met liters jenever en whisky. Op een dag beseft Emiel dat hij niet meer is dan een hopeloos verslaafde vechtersbaas en besluit om een einde aan zijn leven te maken. Hij loopt midden in de nacht naar een brug in de buurt om daar in het diepe koude water te springen. Maar terwijl hij moed verzamelt, komt er een kennis op de fiets voorbij en voordat Emiel het in de gaten heeft, roept hij tot die man: 'Zou God bestaan?' en het antwoord is een simpel: 'Ik denk het wel en ook dat Hij wil dat je iets van je leven maakt'. Die woorden maakten zo'n indruk op Emiel dat hij besluit de Bijbel te lezen om op die manier God te vinden.
Bron: EO