Grijs is ook een kleur
Het is voorjaarsvakantie. Cato (11) wacht in de vensterbank gespannen op de komst van haar grote broer Douwe, die weer thuis komt wonen nadat hij een zelfmoordpoging heeft gedaan. In de dagen die volgen zet Cato alles op alles om haar broer weer gelukkig te krijgen, maar is dat nog mogelijk als de weerzin tegen het leven zich al zo diep genesteld heeft? Cato krijgt de ene tegenslag na de andere te verduren en op een avond is ze het zo zat, dat ze zich gefrustreerd opsluit in de schuur. Als de moed haar in de schoenen dreigt te zakken ontmoet ze daar, op diezelfde plek, een vreemde man met grote, witte nepvleugels. Een markant figuur, maar wel een die een luisterend oor biedt voor Cato's angsten en haar zelfs het een en ander bijbrengt over de onoverkomelijke thema's van het leven.
Bron: KRO-NCRV