Ik alleen in de klas
Twaalf jongeren komen bij elkaar op een landgoed in Frankrijk: de drie kinderen van regisseur Karin Junger en hun vrienden. Ze zijn allemaal gekleurd en ze delen een gevoel van uitsluiting in de Nederlandse samenleving. Door samen de situaties, waarin die uitsluiting zich manifesteert, na te spelen of uit te beelden, worden pijnlijke gebeurtenissen herbeleefd en opnieuw vormgegeven. Wat is de impact van subtiele en minder subtiele vormen van racisme op het gevoel van welbevinden van deze jonge Nederlanders? En hoe beïnvloedt dat hun mogelijkheden zichzelf ten volle te ontwikkelen?
Bron: VPRO