Carel ter Linden
Op de eerste zondag van de veertigdagentijd op weg naar Pasen is emeritus predikant Carel ter Linden (1933) te gast. Hij komt uit een familie die gezien werd als behoorlijk 'vrijzinnig': de bijbelverhalen werden vooral als levensverhalen, als metaforische vertellingen uitgelegd en Jezus werd niet gezien als de biologische zoon van God. Hij hoefde dan ook weinig los te laten en kon veel koesteren en bewaren. Toch is er na zijn laatstverschenen boek 'Wat doe ik hier in Godsnaam?' iets veranderd. Over God spreekt hij nu als Geest die ons inspireert tot het doen van liefde, trouw en rechtvaardigheid: 'God kent zichzelf niet, zoals ook de liefde zichzelf niet kent. Het is de mens die het moet doen'. Ook over een leven na dit leven is hij duidelijk: dat is er niet. Het door hem meegebrachte gedicht van Rainer Maria Rilke 'Was wirst du tun, Gott, wenn ik sterbe?' verwoordt treffend hoe Ter Linden denkt over God, de mens, het leven en de dood. Wat is voor hem nog het koesteren en bewaren waard?
Bron: NCRV