Rudie Kagie
Rudie Kagie was nog maar acht jaar toen hij al wist dat hij journalist wilde worden. Hij werkte jarenlang bij Vrij Nederland en maakte de 'gouden jaren van de journalistiek' mee. De ouders van Rudie maken veel ruzie en als hij tien jaar is gaan ze scheiden, moeder verlaat het gezin met acht kinderen. Rudie wordt in een kindertehuis geplaatst, daar valt hij buiten de groep en het tehuis voelt voor hem als een gevangenis. In de zomervakantie logeert hij bij een boerengezin in het noorden van het land. Als 'jonge journalist' gaat hij daar veel op pad en op één van zijn fietstochten komt hij langs de redactie van de plaatselijke krant en stapt er binnen om de hoofdredacteur te spreken. Het klikt meteen met hoofdredacteur Hilbert Kraaijvanger, voor het eerst in zijn leven voelt hij zich serieus genomen. Hilbert geeft als hopman leiding aan een groep verkenners en nodigt Rudie uit voor een padvinderskamp. Daar heeft Rudie een geweldige tijd en beleeft kameraadschappelijke, soms wat te intieme, momenten met de hopman. Hun vriendschap kan niet meer stuk. Hilbert zet zich enorm in om als pleegvader nóg meer voor Rudie te kunnen betekenen. Hij zoekt een vrouw, trouwt en als Rudie vijftien jaar is wordt hij als pleegkind opgenomen in het gezin van Hilbert en zijn vrouw. Rudie verwacht in een paradijs terecht te komen, maar al snel blijkt dat hij zich daarin grondig heeft vergist. Rudie schreef het boek 'Hopman' over zijn verwarrende relatie met Hilbert Kraaijvanger.
Bron: KRO-NCRV