Bisschop Bekkers College Eindhoven
Jean-Paul is gefascineerd door oorlog. Hij verzamelt alles. Dat loopt uit de hand als hij een paar granaten in zijn jongenskamer heeft die nog op scherp blijken te staan. De explosieve opruimingsdienst moest er aan te pas komen. Als hij als 19-jarige jongen in Noord-Frankrijk een soldatenhelm vindt waar het skelet nog aan vastzit weet hij wat zijn bestemming is: daar blijven en zoveel mogelijk verzamelen over de Eerste Wereldoorlog. Zeven jaar lang loopt hij vijftien uur per dag door de Franse klei en raapt alles op. Zijn verzamelwoede groeit uit tot een heus museum, maar leidt er ook toe dat zijn huwelijk op de klippen loopt. Toch is hij gelukkig nu: hij is de museumdirecteur en archeoloog geworden die hij altijd wilde zijn. En binnenkort mag hij Obama ontvangen in zijn museum. Rob is een hockeyfreak. Maar in zijn jeugd staat zijn vader nooit langs de lijn als hij zijn wedstrijden speelt. Veel complimenten ontvangt hij niet in het ontwrichtte gezin, en zijn zelfvertrouwen is niet groot. Nadat hij met zijn vriendin hun doodgeboren kind begraaft voelt hij pas hoe het voelt om er onvoorwaardelijke voor iemand te zijn. Dag en nacht steunt hij zijn vriendin. Dat geeft hem het vertrouwen dat hij er toe doet. En dat vertrouwen geeft hij nu door. Hij coacht en traint de grootste hockeytalenten van België. En dat doet hij vooral door complimenten te geven .
Bron: KRO