Hormoonverstoorders
In het blikje van onze doperwtjes, op ons bespoten groente en fruit, in het plastic speelgoed van onze kinderen, in de crème die we op ons gezicht smeren, in veel van deze producten zitten hormoonverstorende stoffen. Chemische stoffen die volgens wetenschappers schadelijk kunnen zijn voor kwetsbare groepen zoals jonge kinderen of de foetus in de buik van zwangere vrouwen. Deze stoffen kunnen het hormoonsysteem in de war brengen waardoor kinderen later vruchtbarheidsproblemen krijgen. Ook borstkanker, zaadbalkanker en bepaalde stofwisselingsziektes worden hiermee in verband gebracht. In december 2013 toonde Zembla aan dat zwangere vrouwen in Nederland niet voorgelicht worden over de risico's van deze stoffen. De Deense overheid doet dat wel. Experts riepen in de uitzending op dat de Nederlandse overheid maatregelen moet nemen. De minister kondigde na de uitzending aan te kijken of de informatie aan zwangeren voldoende is. Maar nu, anderhalf jaar later, komt het woord hormoonverstorende stof nog steeds niet voor in de voorlichtingsfolder. Waarom niet? Wetenschappers worden er moedeloos van. Volgens hen draait alles om de economische belangen van de Europese industrie. Want om hormoonverstoorders uit alle producten te halen kost miljarden. Daarom beginnen toxicologen en artsen een tegenoffensief en maken de balans op voor onze volksgezondheid. Ze berekenen wat het kost om ziektes te behandelen waarvoor men nu duidelijke aanwijzingen heeft dat een deel ervan veroorzaakt wordt door hormoonverstoorders. Met schokkende conclusies. Zembla onderzoekt de gevolgen van het uitblijven van goede voorlichting en waarom de overheid nog steeds geen maatregelen neemt tegen hormoonverstoorders.
Bron: VARA