MTS, Veghel
De eindexamenklas 1986 van de MTS Bouwkunde uit Veghel is een echte jongensklas. Een klas vol met jongens en 1 meisje, die allemaal de bouw in willen. Behalve Frank Groenendaal. Hij heeft dan wel gekozen voor bouwkunde, maar heeft een hele andere droom: wereldkampioen veldrijden worden. Iedere vrije minuut springt hij op zijn fiets om te trainen. Maar als Frank een half jaar prof is, slaat het noodlot toe. Hij en zijn vriendin Christel worden ziek, ze krijgen HIV. Frank moet zijn droom opgeven. In de vier jaar dat ze nog samen zijn, gaan ze trouwen en proberen ze volop van het leven te genieten. Ondanks dat Frank zijn droom niet waar heeft kunnen maken, is hij absoluut niet met de pakken neer blijven zitten. Hij heeft inmiddels zijn eigen wielerploeg, leidt een eigen bedrijf en zit regelmatig nog op zijn fiets. Rob zoekt hem op tijdens een internationale wielerwedstrijd, waar hij open vertelt over hoe hij met zijn ziekte om gaat. De grappenmaker van de klas, Willy, runt net als zijn vader een eigen bouwbedrijf. Hij wil succesvol zijn en maakt lange dagen. Hij heeft weinig tijd voor zijn gezin, ziet zijn kinderen alleen als ze slapen. Drie jaar geleden besloot hij dat het roer om moest: hij stopt met zijn bedrijf en stort zich volledig op het huisvaderschap. Of hij de juiste beslissing heeft genomen? Rob neemt een kijkje. En dan hebben we de vrolijke Stan. Waarvan iedereen zich zijn brede glimlach nog kan herinneren. Stan komt om bij een bouwongeval. Hij liet een vrouw en twee kleine kinderen achter. Klasgenoot Erik gaat nog altijd op de koffie bij zijn moeder, en ontmoet daar Stan's kinderen: Mariska en Sylvian. Ze zijn nieuwsgierig naar hun vader: wie was hij en wat voor een jongen was hij in de klas?
Bron: KRO