We zijn het zat!
Banken, bonussen, bezuinigingen en een toenemende ongelijkheid in de samenleving zorgen voor een groeiende woede en onbehagen onder burgers. Er is weinig zicht op verandering. Banken lobbyen uiterst succesvol tegen nieuwe regelgeving, en het verschil tussen rijk en arm neemt verder toe. Het uit zich in een afnemende interesse in politiek, lage opkomst bij verkiezingen, maar protest is er nauwelijks. Tegenlicht onderzoekt het groeiende gevoel van onbehagen en vraagt zich af waar de opstand blijft. 'We zijn het zat!' Onder dat motto startte Jerry Agema een actie om de snelwegen plat te leggen op 7 maart. Het bericht op Facebook werd binnen korte tijd 60.000 keer geliked, en Jerry kreeg voldoende gevolg om zijn actie uit te voeren. Maar Jerry is niet alleen. De bezuinigingen en de groeiende ongelijkheid leidt tot een nieuwe klasse ontevreden burgers, die zich niet vertegenwoordigd voelen door de politiek. Hebben zij gelijk in hun gevoel van machteloosheid? Volgens de Engelse socioloog Colin Crouch hebben ze dat zeker. Hij analyseert hoe de afgelopen twintig jaar de macht van het democratisch gekozen parlementen afneemt, ten faveure van het bedrijfsleven en internationale instituties. Stemmen heeft wel degelijk minder zin, want de gekozenen hebben de belangen van de kiezer steeds minder op het netvlies. Het leger van 15.000 lobbyisten in Brussel, bijvoorbeeld, blokkeert regelmatig beleid dat de burger weer centraal zou stellen. In de VS, waar de macht van geld in de politiek al langer een probleem is, vecht USPIRG terug. Via onderzoek probeert de organisatie scherp te krijgen wat de bevolking nu echt wil, en brengt de uitkomsten hiervan in de wandelgangen van de macht onder de aandacht, als een soort lobbyist van het volk. Daarnaast komt er steun uit onverdachte hoek; het World Economic Forum en het IMF berichtten recent over de groeiende kloof tussen arm en rijk als bron van zorg voor de stabiliteit van de samenleving. Niet vanwege humanitaire redenen maar omdat de economie eronder lijdt want arme mensen kopen niet. Waar moet de oplossing dan vandaan komen? David van Reybrouck, schrijver in België, zag enkele jaren geleden dat de democratie in zijn land er slecht aan toe was. Hij organiseerde een burgerforum, de G1000, om meer aandacht te krijgen voor wat de bevolking precies wil. Zijn initiatief vindt navolging in Amersfoort, waar burgers en politiek samen proberen scherp te krijgen wat er in de stad moet gebeuren. Maar of dat voldoende is om de woede te dempen?
Bron: VPRO