Mamar Kassey, Tim Kliphuis Trio & Pieter-Jan Belder
Mamar Kassey is een groep uit Niger (West-Afrika) rond Yacouba Moumouni. Op 10-jarige leeftijd kreeg hij ruzie met zijn familie en liep hij 200 kilometer door de woestijn van zijn nomadendorpje naar de hoofdstad. Daar leidde Moumouoni eerst nog een anoniem zwerversbestaan, maar uiteindelijk werd hij een succesvol muzikant. Hij zingt en speelt fluit en n’goni (een soort luit). Met Mamar Kassey bracht hij onlangs het album Taboussizé uit, dat gezien kan worden als een ode aan de muziek en de cultuur van West-Afrika. Feestelijk uitgedost en met dansende achtergrondzangeressen en opzwepende percussie, brengt Mamar Kassey Afrikaanse muziek op topniveau. Violist Stéphane Grappelli richtte samen met Django Reinhardt in 1934 het Quintette du Hot Club de France op. Na een klassieke opleiding aan het Conservatorium van Amsterdam adapteerde Kliphuis de gipsy jazz stijl van de Franse violist. Hij schreef twee boeken en geeft workshops over de stijl van Grappelli. Aan tafel legt hij het verschil uit tussen de twee verschillende speelwijzen en benadrukt deze op het podium.. met een compositie van Richard Strauss en met een stuk van zijn nieuwe cd: The Grappelli Album. Pieter-Jan Belder houdt niet van half werk, zo zette hij als klavecinist alle sonates van Scarlatti op 36 cd’s en buigt hij zich nu over het machtige, meer dan 290 stukken tellende, Fitzwilliam Virginal Book; een omvangrijke collectie Engelse muziek voor klavecimbel of virginaal uit de 16e /17e eeuw. Een componist die met een flink aantal composities in dit verzamelwerk staat is de katholiek William Byrd. Naast religieus werk leverde Byrd een belangrijke bijdrage aan de instrumentale muziek en schreef hij vernieuwend voor het klavier. En wat er nu zo boeiend is aan Byrd dat legt Pieter-Jan Belder haarfijn uit. Een grote man achter een heel mooi klein Vlaams klavecimbel.
Bron: VPRO