Afl.: Slachtoffer van school. Jaarlijks verlaten 64.000 jongeren voortijdig hun schoolopleiding en dat aantal wil maar niet zakken. Dit enorme leger aan drop-outs, dat moeilijk een baan vindt, is een tikkende tijdbom voor de toekomst. De oorzaken van het probleem liggen echter niet bij de leerlingen, maar bij het onderwijssysteem. Dat zeggen schooldirecteuren, leraren en deskundigen. De regering bestrijdt wel de symptomen van schooluitval, maar laat de oorzaak ongemoeid, constateert Zembla. Alle ervaringen uit het onderwijsveld leiden tot een heldere conclusie: geef weer kleinschalig, praktijkgericht onderwijs en begeleid de leerlingen tot ze aan het werk zijn, dan verdwijnt de schooluitval. 'Wie vroeger de lts deed, kon vaak meteen aan de slag. Maar wie tegenwoordig vmbo heeft gedaan kan meestal niet eens een bouwtekening lezen. Die kennis is weg', zegt directeur L. Meijers van een metaalbedrijf in Utrecht. Volgens S. Clancy, directeur van een vmbo-school in Rotterdam, komt dat vooral doordat het vmbo een vergaarbak is geworden voor kwetsbare leerlingen die zoveel zorg nodig hebben dat ze aan leren bijna niet toekomen. 'Door die sociale onevenwichtigheid krijgt een kind niet de kans om te laten zien dat het meer kan', aldus Clancy. Om toch nog een kans te maken op een toekomst moeten deze leerlingen door naar het Middelbaar Beroepsonderwijs. En juist daar vallen ze uit. Het vmbo en het mbo sluiten slecht bij elkaar aan en leerlingen die op het vmbo bij de hand genomen werden moeten op het mbo opeens zelfstandig werken. Daar zijn ze niet aan gewend. Maar vooral de grootschaligheid van de ROC's - waar de mbo-opleidingen zijn ondergebracht - maakt dat leerlingen zich verloren voelen. Volgens R. Heino, decaan aan een ROC, gaat die grootschaligheid ten koste van de aandacht voor de leerling: 'Waar gaat het om? Tijd voor zo'n jongen en zo'n meisje vinden. En hebben wij die tijd? Bijna niet meer.' Aandacht is het sleutelwoord, zo blijkt uit de verhalen van de drop-outs. Jongeren wilden wel degelijk ee Samenstelling en regie: Kees Schaap.
Bron: VARA