Filmdocumentaire over poëzie, de Russische maffia, zelfmoord, liefde en de tragiek van de Perestrojka-jaren. Een portret van een jonge dichter van de 21ste eeuw voor wie het leven in de ijzige industriestad Jekaterinburg ondraaglijk werd. 'Al mijn gedichten gaan over liefde en dood, er zijn geen andere thema's', schreef Boris Ryzhy, de piepjonge Russische deelnemer aan Poetry International Rotterdam van 2000. 'Maar het is een dom cliché dat een dichter een persoonlijke tragedie moet hebben. Ik ben zielsgelukkig met mijn jeugdliefde Irina en mijn zoon.' Een jaar later zal deze charmante en bewonderde dichter-hooligan zich ophangen in zijn kamer, de wereld in verbijstering achterlatend. Hij werd 26 jaar. 'Hij was als een komeet die aan de hemel oplichtte om vervolgens weer uit te doven', zo schreef de Russische pers over hem. Zeven jaar na zijn dood reisde Aliona van der Horst samen met Maasja Ooms (camera) af naar de ijzige industriestad Jekaterinburg, op de grens van Siberië, om de sfeer van zijn gedichten te vangen en het raadsel van zijn dood te ontsluieren. Een film vol intense blikken, industriële sferen en tragikomische ontmoetingen met buurtbewoners van de Staalschrootwijk, de ruige bandietenwijk waar Boris opgroeide en die hij de goudmijn voor zijn poëzie noemde. Een lelijke wereld die door zijn gedichten wonderschoon wordt.
Bron: NPS