Het nut van zelfbedrog
Bedrog en misleiding loont. Parasieten doen zich voor als een goedaardig beestje om een lichaam binnen te dringen, vogels imiteren de geluiden van jonge kuikentjes om een nest op te sporen, camouflage en je voordoen als iets anders dan je bent is in de natuur heel gewoon. Maar wij, mensen, misleiden onszelf ook gek. In het binnenland van Jamaica leeft en werkt Robert Trivers, een van de meest vooraanstaande evolutionair biologen. Onlangs verscheen zijn boek Deceit and selfdeception, waarin hij ingaat op de rol en betekenis van bedrog en zelfmisleiding als leidend principe in de evolutie. Labyrint zocht hem op. Volgens Trivers rekent 94% van alle hoogleraren zichzelf tot de beste 50% van de hoogleraren. Onmogelijk, maar niet zo dom als het op het eerste gezicht lijkt. Zelfmisleiding: jezelf beter voordoen dan je werkelijk bent, jezelf knapper of intelligenter vinden, zorgt ervoor dat je die rol ook met overtuiging kunt spelen. Kortom, je kunt je 'leugen' met zekerheid aan de man brengen als je er ook zelf van overtuigd bent dat je de waarheid spreekt. Hoe slimmer je jezelf kunt misleiden hoe overtuigender je bent. En organismen die zo slim zijn om bedrog en zelfbedrog te doorzien hebben ook weer een evolutionair voordeel, vertelt Trivers in Labyrint. Volgens hem wordt de rol van bedrog en zelfbedrog schromelijk onderschat. Trivers geeft een geheel nieuwe zienswijze op de evolutie en stelt nieuwe criteria waarmee we evolutionaire processen kunnen bestuderen. Verwrongen zelfbeelden komen we ook tegen in het tweede deel van de uitzending, dat gaat over Body Dismorphic Disorder, ofwel BDD. Deze stoornis zorgt ervoor dat patiënten zichzelf zo lelijk vinden dat ze de straat niet meer op durven. Veelal gaat het hier over 'bovengemiddeld' knappe mensen: Mensen die zichzelf dus eerder onder- dan overschatten. Experimenten hebben aangetoond dat BDD patiënten een foto van zichzelf feilloos herkennen, tussen foto's die zijn gefotoshopt, terwijl mensen zonder de aandoening zichzelf iets mooier inschatten dan ze werkelijk zijn. Kortom, als je het goed hebt heb je een probleem, als je jezelf iets knapper inschat dan je bent ga je probleemloos door het leven. Nienke Vulink, als psychiater verbonden aan het Academisch Medisch Centrum Amsterdam heeft ontdekt dat het bij BDD om een hersenafwijking gaat, die in het brein ook daadwerkelijk zichtbaar is. Vooralsnog wordt BDD behandelt met antidepressiva, gecombineerd met een gedragstherapie. Dit leidt tot vermindering van de klachten. De stoornis verdwijnt niet maar een groot deel van de patiënten durft na de behandeling de straat weer op of weer naar het werk of school te gaan.
Bron: NTR