Noraly Beyer
De decembermoorden in Suriname, nu dertig jaar geleden, drijven een wig in het leven van oud-nieuwslezers Noraly Beyer. Ze is geboren op Curaçao uit Surinaamse ouders. Wanneer ze 11 jaar is sterft haar vader. Moeder stuurt de oudste kinderen, onder wie Noraly, naar Nederland voor hun scholing. Op de rooms-katholieke kostschool in Roermond komt Beyer voor het eerst met het christelijk geloof in aanraking. Het wekt haar nieuwsgierigheid, maar ze heeft geen gebedshuizen nodig voor contemplatie: 'Dat kan ook op de fiets'. Na haar Nederlandse periode gaat ze, inmiddels met haar gezin, terug naar Suriname. Ze gaat de journalistiek in. Kennisoverdracht is daarbij haar belangrijkste drijfveer. Van 1973 tot 1982 werkt ze voor de Surinaamse nieuwsdienst. De decembermoorden maken dit werk voor haar onmogelijk. 'Het hele land is geparalyseerd en eigenlijk duurt dat voort tot de dag van vandaag'. Ze verkast met haar gezin naar Nederland, waar ze eerst bij de Wereldomroep en daarna voor het NOS-journaal werkt. Sinds haar afscheid van de omroepwereld schrijft ze voor theater en staat ze zelf ook regelmatig op het podium. Beyers heilige tekst is een kwatrijn van Hugo Pos dat haar troost en moed geeft. Bedenk mijn zoon, dat alles wat gebeurt De keur van vroeger draagt en wij op onze beurt Het snoer van morgen rijgen. Niets is waar, En wat eens waar was is niet waar gebeurd.
Bron: IKON