Verdampte euforie
Redeyef, in het zuiden van Tunesië, is de bakermat van de opstand tegen de dictatuur. De bewoners van het mijndorp beweren dat de Arabische Lente eigenlijk daar is gestart. Al in 2008 vond hier een grote opstand plaats gericht tegen het sociale onrecht, omdat winsten uit de fosfaatmijnen niet naar de eigen bevolking gingen, maar vooral ten goede kwamen aan de toeristenindustrie aan de kust. De opstand werd door het regime van dictator Ben Ali keihard neergeslagen. Aanvankelijk was hier het enthousiasme voor de revolutie dan ook groot, maar de euforie heeft plaats gemaakt voor diep wantrouwen in het nieuwe bestuur, de Islamitische Enahda partij. In Tunis ontmoet Rosenmöller vervolgens een van de nieuwe parlementsleden van de Enahda partij, Firdaous Oueslati. De Islamitische Enahda partij was verboden onder dictator Ben Ali. Nu zit zij in het centrum van de macht. De Nederlands-Tunesische Firdaous Oueslati vermeed het land jarenlang omdat zij er haar geloof niet kon uitoefenen. Nu werkt ze als parlementslid mee aan het schrijven van een nieuwe Tunesische grondwet. Van Tunesië gaat de reis naar Libië. In de Tunesische Sahara, op de grens tussen Tunesië en Libië, bezoekt Rosenmöller het vluchtelingenkamp Choucha. Hier verblijven duizenden voornamelijk zwarte Afrikaanse vluchtelingen uit Libië. Deze vluchtelingen verlieten hun onveilige thuisland in Afrika om in Libië een nieuw bestaan op te bouwen, maar nu zijn ze opnieuw op de vlucht. Dit keer voor de nieuwe Libische machthebbers die in iedere Afrikaan een handlanger van Khadaffi zien.
Bron: IKON