Anne-Miek Vroom
Ontmoetingen met gasten uit diverse religieuze tradities en gesprekken met hen over hun leven en drijfveren en over hun persoonlijke heilige tekst. Ze was twee jaar oud toen ze haar nek brak. Een gevolg van een zeldzame aandoening van het bindweefsel, osteogenesis imperfecta (OI). Letterlijk vertaald: onvolmaakte botvorming. Anne-Miek Vroom geeft zelf de voorkeur aan de Franse benaming: Os comme verre: “Die klinkt als de titel van een Frans gedicht, met gelijke gevolgen: bot als glas.” Noodgedwongen groeide ze uitermate beschermd op. Juist toen ze het gevoel had volop mee te doen aan het leven en in Groningen sociologie studeerde, brak ze spontaan een paar wervels. Er volgde een tijd van isolement en onvoorstelbare pijn. Twee jaar lag ze plat op bed. In die periode van stilte en meditatie kwam ze in aanraking met de Bron, een intense ervaring van vrede en overgave waaruit ze nog steeds kan putten. In een artikel schreef zij hierover: “Mijn betere ik is een ik van hoop. Een hopende ik die daarmee gelooft dat er een Bron is. Voelbaar als stil water, een diepe kracht van liefde.” Anne-Miek studeerde onlangs af als medisch socioloog. De titel van haar scriptie: Buigen zonder te breken. Haar diepste wens is, mensen te helpen het licht in zichzelf te ervaren. In Het Vermoeden praat zij over wat God voor haar betekent, en waarom het Boeddhisme haar aanspreekt, dat het lijden accepteert. Maar ook uit ze haar verontwaardiging over de manier waarop samenleving en politiek omgaan met mensen die afhankelijk zijn. Als ‘heilige tekst’ koos Anne-Miek Vroom voor fragmenten uit Het Verstoorde Leven, van Etty Hillesum. ‘Misschien is het alles bij elkaar toch wel wat veel geweest, mijn God. Nu word ik er aan herinnerd, dat een mens ook een lichaam heeft. Ik heb gedacht, dat mijn geest en mijn hart alles wel alleen konden dragen, maar nu meldt zich mijn lichaam en zegt: halt.’ Toen Anne-Miek de voorstelling van Margreet Blanken over Etty Hillesum zag, ontroerde haar die zeer: “Het was alsof ik een deel van mezelf had ontmoet.”
Bron: IKON