De zaak Finkensieper
Begin oktober komt de commissie-Samson met haar bevindingen over seksueel misbruik van uit huis geplaatste jongeren. Een van de grootste zedenzaken uit de geschiedenis: de zaak Finkensieper. Psychiater Theo Finkensieper maakte zich in de jaren zeventig en tachtig schuldig aan seksueel misbruik in een jeugdinrichting in Zetten. Al in de jaren zeventig verscheen een zwartboek met klachten. De commissie-Dijkhuis deed toen onderzoek maar de signalen over seksueel misbruik werden toen niet gezien. Theo Finkensieper werd in 1971 jeugdpsychiater bij de Heldringstichtingen in Zetten, toen al bekend als het afvoerputje van de kinderbescherming. De destijds 15-jarige Eliza Beelt werd in de jaren zeventig geplaatst in Zetten. Eén keer per week moest ze naar Finkensieper. Bij het kennismakingsgesprek stelde hij seksueel getinte vragen en deed inwendig onderzoek. Later mishandelde en vernederde hij haar. De commissie-Dijkhuis onderzocht in 1974 klachten over veelvuldig gebruik van de isoleercel, 'platspuiten' en koude douches. In hun eindrapport stond onder andere dat het bij de Heldringstichtingen aan een duidelijk pedagogisch beleid ontbrak. Vreemd genoeg werden signalen van seksueel misbruik uit het zwartboek van 1974 niet opgepikt door de commissie. Jan van der Ploeg, lid van de commissie, zegt daar nu over: 'Ik vind dat toch een misser van ons'. Groepsleider Okke werkte vanaf 1982 in Zetten en ontving een brief van een ex-pupil waarin zij vertelt door Finkensieper te zijn misbruikt. Hij twijfelde geen moment aan haar bewering en kaartte de beschuldiging aan bij iemand van het bestuur. Zo kwam de zaak alsnog aan het rollen. Het werd Finkensiepers ondergang. In totaal deden zo'n twintig ex-pupillen aangifte tegen Finkensieper en werd hij veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf. Hij overleed in 1999 aan een hartaanval. Hoe Finkensieper jarenlang zijn gang kon gaan, is moeilijk te verklaren. Voor slachtoffers was het moeilijk er over te praten. 'Het is schaamte, maar ook de angst om meteen bestempeld te worden. Je werd toen in die tijd al niet geloofd, dus waarom nú wel?' zegt Eliza Beelt. Groepsleiders beschrijven Finkensieper als een charismatisch man met wie je niet in discussie ging. Hij had veel macht en aanzien binnen de instelling. Bovendien waren seksueel misbruik en incest taboe-onderwerpen in de jaren zeventig en tachtig.
Bron: NTR